Hockey: lummelen voor gevorderden

We spelen in tijdseenheden van bijvoorbeeld 3 of 4 minuten. 

Het beste te spelen met 6, waarvan 2 lummels zijn, om de beurt. Dus: een eerste groepje van 2 lummels, het 2e groepje en het 3e groepje. 

 

Alleen de lummels kunnen punten scoren, door de bal af te pakken. Het groepje lummels dat in de 4 minuten het meest de bal afpakt, heeft de meeste punten. 

Let op: geen gehak op de vierkante meter tegen de uitlijn aan, het gaat erom:

 

  • dat het spel vaart heeft;
  • we intuïtief sneller de bal over spelen naar een vrije man (groepje van 4) - speler 'linksboven' heeft de mogelijkheden van de rode lijnen;
  • de logische positie kiezen (lummels) om zo goed mogelijk de bal te onderscheppen (groene lijnen).

 

Het groepje van 4 moet binnen 5 seconden overspelen. Het is simpel: je hebt de bal en moet deze binnen 5 secondes kwijt, of je hebt de bal niet, dan loop je constant vrij. 

 

De trainer loopt lekker in het veld en is constant de spelers aan het opjutten, bij ieder balbezit tot 5 tellen en ondertussen de niet-lummels aansporen tot vrijlopen en de lummels aansporen tot de juiste positie (samen opdrijven zodat je de groene lijnen krijgt). 

 

Deze oefening vaak herhalen, het heeft bijna alle elementen van veldspel (op het afronden en standaard spelsituaties na) en motiveert bovendien het voor elkaar werken. Als er 1 verzaakt, benadeel je direct je groepje! Daarom is de balans tussen 2 resp 4 spelers goed. 

 

De volgende stap, als je vaart krijgt in deze oefening, is om als de bal heel wild wordt uitgeslagen - en dus onzorgvuldig wordt ingespeeld of niet goed wordt vrijgelopen - de lummels ook een punt toe te kennen. Succes!

Reactie schrijven

Commentaren: 0